Begroting 2019

§1. Lokale heffingen

a. Beleid lokale heffingen en kwijtschelding

Actuele ontwikkelingen
Sinds belastingjaar 2017 worden DIFTAR-aanslagen opgelegd samen met de combi-aanslag van het jaar erna. Het voordeel voor de burger is dat deze aanslagen nu worden gecombineerd in 1 biljet. Op deze wijze heeft de via automatische incasso betalende burger ook voor diftar de 10 betaaltermijnen die gelden voor de combi-aanslag. De burger die niet via automatische incasso betaalt heeft net als bij de combi-aanslag 2 betaaltermijnen. Voorheen was voor deze burger sprake van 2 halfjaarlijkse aanslagen met 1 termijn.

Over de eerder aangegeven eventuele verruiming van het gemeentelijk belastinggebied en een gelijktijdige verlaging van de inkomstenbelasting met € 4 miljard, zoals geadviseerd door de Commissie Rinnooy Kan, zijn er geen nieuwe ontwikkelingen te melden. De VNG blijft c.q. gaat over de standpunten en uitgangspunten in gesprek met het (nieuwe) kabinet. Ook In het meest recente regeerakkoord (oktober 2017) is niets opgenomen over een uitbreiding van het lokaal belastinggebied. Op 14 februari 2018 ondertekenden het Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen echter een interbestuurlijk programma (IBP) met bijbehorende gezamenlijke agenda.
Over de fiscale thema’s zijn daarbij de volgende procesafspraken gemaakt:

  • Decentrale belastingstelsels hebben regulier onderhoud nodig om in goede staat te blijven en toekomstbestendig te zijn. Rijk en medeoverheden gaan aan dit onderhoud werken en verkennen daarnaast de mogelijkheden die decentrale belastingstelsels bieden om de realisatie van gezamenlijke ambities te faciliteren.
  • We spreken af om eventuele knelpunten in de fiscale regelgeving, op het niveau van zowel de rijksoverheid als de medeoverheden, te inventariseren die belangrijke doelstellingen van Rijk en medeoverheden  in de weg staan (bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid en de circulaire economie). En of er oplossingen kunnen worden geboden, met inachtneming van bestaande wet- en regelgeving,.

Hiermee staat de deur naar een uitbreiding van het lokale belastinggebied toch weer voorzichtig op een kier.

Tarieven
Conform bestaand beleid is voor het jaar 2018 het uitgangspunt gehanteerd dat de lokale woonlasten slechts minimaal mogen stijgen. De opbrengst onroerende-zaakbelastingen kent een indexering van 1,5%, bij de afvalstoffenheffing en de rioolrechten is wederom het principe van kostendekkendheid gehanteerd. Daarnaast zijn de overige belastingen, leges en tarieven met ongeveer 1,5% in 2018 gestegen, met uitzondering van de parkeertarieven en de reclamebelasting welke ongewijzigd zijn gebleven.
De tariefstijgingen 2019 moeten nog worden bepaald voor diverse belastingen en leges en zijn mede afhankelijk van ontwikkelingen in de onderliggende volumes (WOZ-waarde, aansluitingen, e.d.). Middels de Tarievennota 2019 zal hierover besluitvorming plaatsvinden.

In relatie tot de lokale lasten is de kostendekkendheid van met name rioolrecht en afvalstoffenheffing van belang. Bij beide heffingen is sprake van 100% kostendekkendheid. In onderstaande tabellen is een indicatief overzicht opgenomen naar de inzichten van juli 2018. Ten behoeve van de definitieve  vaststelling van de tarieven 2019 zullen de cijfers worden geactualiseerd en zonodig nog worden bijgesteld. De geraamde mutatie van de voorziening resp. reserve kan dus nog wijzigen.

Kostendekkendheid riool

 2019

Directe kosten*

1.009

Kapitaallasten

2.378

Doorbelastingen vanuit andere taken**

1.824

Storting in voorziening

0

Totaal kosten

5.211

Rioolheffing

5.207

Overige opbrengsten

4

Totaal opbrengsten

5.211

Saldo

0

* Dit betreft kosten van inspecties en onderhoud (€ 502.000), BsGW (€ 160.000), waterschapslasten
(€ 90.000), kolkenzuigen Rd4 (€ 56.300), ongediertebestrijding (€ 40.000), onderhoud zl bassins (€ 70.000) recognities (€ 38.000) en overige kosten (€ 52.700).
** Dit betreft overhead ( € 756.500), straatreiniging (€ 394.000), kwijtschelding (€ 590.000) en toerekening) compensabele btw (€ 83.400)

Kostendekkendheid afval

 2019

Directe kosten*

3.296

Doorbelastingen vanuit andere taken**

1.541

Totaal kosten

4.837

Afvalstoffenheffing - vastrecht

3.190

Afvalstoffenheffing - variabele opbrengst

1.552

Overige opbrengsten

30

Onttrekking aan reserve

65

Totaal opbrengsten

4.837

Saldo

0

* Dit betreft kosten RD4 (€ 10.000 diensten van derden € 3.066.700 minus positieve afrekening RD4 voorafgaand jaar € 50.000), kosten BsGW (€ 256.000) en overige kosten (€ 13.000)
** Dit betreft overhead (€ 430.400), straatreiniging (€ 90.700), kwijtschelding (€ 377.000) en (toerekening) compensabele btw (€ 642.800).

Kwijtschelding
Bij het kwijtscheldingsbeleid wordt de maximale toegestane norm gehanteerd, te weten 100% van de bijstandsnorm. De kwijtscheldingsregeling beperkt zich in beginsel tot de afvalstoffenheffing (vast tarief) en het rioolrecht. Er wordt geen kwijtschelding gegeven voor de hondenbelasting. Voor het beoordelen van een verzoek om kwijtschelding worden de criteria van de Invorderingswet 1990 gehanteerd.

Tot en met het 2e kwartaal 2018 zijn door de BsGW over belastingjaar 2017 6.496 verzoeken voor kwijtschelding binnengekomen, betrekking hebbend op 23.864 aanslagregels. 96,1% van de ontvangen verzoeken is reeds afgehandeld en 3,9% was eind juni 2018 nog in behandeling. Circa 49,6% van de toegekende verzoeken kon automatisch worden afgehandeld (via landelijk inlichtingenbureau), de overige 20,3% toegekende verzoeken zijn handmatig door BsGW afgehandeld. Van de afgehandelde aanvragen (i.c. de aanslagregels) is derhalve 69,9% toegekend en 30,1% afgewezen.

Vanwege het uitgangspunt van 100% kostendekkendheid, worden de kosten van kwijtschelding evenredig doorbelast. Bij het opmaken van de jaarrekening worden de daadwerkelijke kosten doorbelast aan het product afval resp. riool, hetgeen leidt tot een minder groot of groter beroep dan geraamd op de reserve afval resp. reserve/voorziening riool.

Belastingsamenwerking
De BsGW is een zelfstandig samenwerkingsverband voor heffing en inning van gemeentelijke belastingen en waterschapsbelastingen en voor uitvoering van de wet WOZ voor gemeenten en waterschappen. De plaats van huisvesting is Roermond. De gemeente Kerkrade is 1 januari 2015 tot de BsGW toegetreden. Via begroting, jaarrekening en rapportages van de BsGW kan een vinger aan de pols worden gehouden voor wat betreft de uitvoering.