Begroting 2019

§4. Financiering (treasury)

a. Risicobeheer

Onder risico’s in dit kader worden verstaan renterisico’s, kredietrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s. Risicobeheer en risicomanagement hebben als doel de uiteenlopende risico’s binnen de treasury te analyseren, te beheren, te beperken en te neutraliseren. Daarbij wordt onder meer rekening gehouden met de aanbevelingen en richtlijnen van de Wet Fido, de Ruddo en het Treasurystatuut van de gemeente. Genoemde risico’s worden navolgend beschreven.

Renterisico’s
Renterisico op vlottende schuld
Ter beperking van het renterisico op de netto vlottende schuld is het gemeenten niet toegestaan om onbeperkt in de financieringsbehoefte te voldoen door het aantrekken van kort geld. Kort geld is over het algemeen goedkoper dan lang geld, heeft evenwel als risicofactor dat het renteniveau in de regel sterker aan fluctuaties onderhevig is. De toegestane netto vlottende schuld wordt bepaald door de “kasgeldlimiet”.

Voor het jaar 2019 kan de kasgeldlimiet voor de gemeente Kerkrade als volgt worden berekend:
(a) omvang van de jaarbegroting per 1-1-2019         €   170,058 mln.
(b) bij ministeriële regeling vastgestelde percentage                   8,5 %
Kasgeldlimiet voor 2019 (a)x(b) afgerond                €    14,455 mln.

De toets aan de kasgeldlimiet vindt kwartaalgewijs intern plaats door het verschil te bepalen tussen de werkelijke netto vlottende schuld en de kasgeldlimiet. Als in drie achtereenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet wordt overschreden wordt de provinciaal toezichthouder daarvan op de hoogte gesteld. De gemeente geeft daarbij in een plan aan hoe men denkt opnieuw aan de kasgeldlimiet te zullen gaan voldoen. Structurele overschrijding van de kasgeldlimiet wordt in de regel opgelost door aflossing van kortlopende financiering en het aantrekken van vaste geldleningen.

Op verzoek van de provinciaal toezichthouder is nog aanvullende informatie opgenomen over de gemiddelde netto vlottende schuld in het 3e en 4e kwartaal van jaar t-2 en in het 1e en 2e kwartaal van jaar t-1, aangevuld met de kasgeldlimiet van jaar t-2 en jaar t-1. Zie hiervoor onderstaand overzicht.

2017

2018

Vlottende schuld 3e kwartaal

13.140

Vlottende schuld 1e kwartaal

21.341

Vlottende schuld 4e kwartaal

13.242

Vlottende schuld 2e kwartaal

25.667

Kasgeldlimiet 2017

 14.075

Kasgeldlimiet 2018

13.812

In alle in het overzicht vermelde kwartalen is er sprake van vlottende schuld. In 2017 bleef de vlottende schuld onder de kasgeldlimiet. 2018  liep vervolgens liep de vlottende schuld fors op. In januari is daarom een vaste geldlening van € 12 mln aangetrokken. Om evenwel de structurele druk op de kasgeldlimiet weg te nemen zal in het 3e kwartaal van 2018 aanvullend een vaste geldlening worden aangetrokken. Vooralsnog wordt rekening gehouden met wederom € 12 mln. De huidige situatie op de geld- en kapitaalmarkt en de verwachtingen dienaangaande zijn zodanig dat volgens onze visie de rente voor kortlopende leningen vooralsnog lager zal blijven dan de rente van langlopende leningen. Het blijven benutten van de ruimte die de kasgeldlimiet biedt, is dan ook het uitgangspunt.

Renterisico op vaste schuld
Het instrument dat de Wet Fido geeft om mogelijke renterisico’s van de vaste schuld, zijnde de door de gemeente opgenomen langlopende leningen, te analyseren is de “renterisiconorm”. De norm geeft een kader voor een evenwichtige opbouw van de leningenportefeuille waarbij het risico op de vaste schuld gespreid is in jaren. Van een evenwichtige opbouw is sprake als niet in enig jaar, gerelateerd aan het begrotingstotaal, een onevenredig deel van de portefeuille aan herfinanciering onderhevig is c.q. te financieren aflossingscomponenten niet buitenproportioneel zijn.

In navolgend overzicht wordt de relatie gelegd tussen renterisico en renterisiconorm.

bedragen x € 1.000

2019

2020

2021

2022

Rente-risico

1

Renteherzieningen

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

2

Aflossingen

9.118

9.618

10.018

9.168

3

Rente-risico

1+2

9.118

9.618

10.018

9.168

4

Rente-risiconorm

4a x 4b

34.012

32.760

32.638

32.890

5a

Ruimte onder rente-risiconorm

4>3

 24.894

 23.142

    22.620 

23.722 

5b

Overschrijding rente-risiconorm

3>4

n.v.t. 

n.v.t. 

n.v.t. 

n.v.t. 

Rente-risiconorm

4a

Begrotingstotaal

170.058

163.798

163.188

164.448

4b

Percentage regeling

20%

20%

20%

20%

4

Berekende rente-risiconorm

 34.012

 32.760

32.638 

32.890 

Het overzicht laat een evenwichtige opbouw zien. Met betrekking tot verplichte aflossingen en renteherzieningen is er structureel voldoende ruimte ten opzichte van de renterisiconorm.

Renterisico bij rentestijging / gevoeligheidsanalyse
De gemiddelde rekenrente voor de nieuwe gemeentelijke lange-termijn-financiering binnen de begroting 2019 e.v. bedraagt 2,00%. Voor daaropvolgende jaren wordt uitgegaan van 2,30%. Treasurytechnisch dienen naar de huidige inzichten (peil VJN2018) in het meerjarig perspectief 2019-2022 jaarlijks respectievelijk € 10,0 mln, € 8,0 mln, € 5,0 mln en € 5,0 mln aan langlopende geldleningen aangetrokken te worden. De volumes zijn afhankelijk van de feitelijke ontwikkelingen en worden periodiek geactualiseerd. Een structurele stijging van de kapitaalmarktrente met 1% méér dan waarmee rekening is gehouden, zorgt onmiddellijk voor stijgende rentelasten in het jaar volgend op het jaar waarin de geldlening is aangegaan. In 2020 zou in dat geval sprake zijn van een stijging van € 100.000. In 2022 is het cumulatieve nadeel dan opgelopen tot  € 230.000. De gemiddelde rekenrente voor de korte financiering binnen de begroting bedraagt 0,50%. Een stijging met 1% daarvan komt dan neer op een jaarlijks nadeel van circa € 140.000.

Kredietrisico’s
Het betreft kredietrisico’s op door de gemeente aan derden verstrekte geldleningen. Het volgende overzicht geeft inzicht in partijen en geraamde restantschuld begin 2019.

bedragen x € 1.000

Partijen (kredietisico's)

schuld*

%

Zonnepanelenproject

         3.626

15,93

Kredietbank Limburg

              91

0,40

Georganiseerde sport

            195

0,85

Holding Stadion BV

       18.089

79,46

GaiaZOO

            726

3,19

Gemeenschapshuizen

              22

0,09

Culturele verenigingen

              17

0,08

Totaal

       22.765

100,00

* Ervan uitgaande dat partijen hun geraamde aflossingsverplichtingen 2018 nakomen.

De verstrekte geldleningen conflicteren niet met de uitgangspunten van de Wet Fido. Voor overzichten op detailniveau wordt verwezen naar de “specificatie geactiveerde kapitaaluitgaven” die onderdeel uitmaakt van de staten en bijlagen van de begroting 2019.

Koers- en valutarisico’s
Van koersrisico’s is sprake als de financiële activa van de gemeente in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. Meer in het bijzonder gaat het dan om de vaste financiële activa die enerzijds bestaan uit aan derden verstrekte leningen. Deze zijn reeds eerder behandeld bij het onderdeel kredietrisico’s. Anderzijds gaat het om aandelenbezit en deelnames. Hier worden geen bijzondere/grote risico’s verwacht. Voor een specificatie van aandelen en deelnames wordt verwezen naar staten en bijlagen van de begroting 2019. De gemeente verricht slechts transacties in euro’s, waardoor van valutarisico’s geen sprake is.